Moedermelk bewaren en ontdooien
Het effect van bewaring op de microbiologische inhoud, lipidesamenstelling, celcomponenten, antibacteriële eigenschappen en antioxidantcapaciteit is uitgebreid onderzocht, maar er zijn nog veel factoren onbekend. Naast de veranderingen die na verloop van tijd optreden, ontstaan er ook problemen door het bewaren van moedermelk bij verschillende temperaturen, zoals kamer-, koelkast en diepvriestemperaturen. Dit impliceert dat er afzonderlijke aanbevelingen nodig zijn voor verschillende temperaturen en bewaarsituaties.
Voorbereiding voor bewaring
De immunologische eigenschappen van moedermelk blijven het best bewaard in containers van glas of hard plastic die geen polyethyleen bevatten. Daarnaast wordt bisfenol A (BPA) niet meer in babyflessen toegepast vanwege de ongewenste effecten ervan. Aangezien glas kan breken, zijn de optimale containers voor het bewaren van melk dus gemaakt van voor voeding geschikt BPA-vrij hard plastic met lekdichte dop of deksel. Zuivere, aseptische of steriele containers zijn ook aanvaardbaar.
Richtlijnen voor het bewaren van vers afgekolfde moedermelk (voor gezonde voldragen baby's)
Bewaarplaats |
Kamertemperatuur 16 tot 25 °C (60 tot 77 °F) |
Koelkast |
Diepvriezer |
Moedermelk ontdooid in de koelkast |
Veilige bewaartermijn |
Maximaal 4 uur is het beste
Maximaal 6 uur voor moedermelk die onder zeer schone omstandigheden afgekolfd is* |
Maximaal 3 dagen is het beste
Maximaal 5 dagen voor moedermelk die onder zeer schone omstandigheden afgekolfd is* |
Maximaal 6 maanden is het beste
Maximaal 9 maanden voor moedermelk die onder zeer schone omstandigheden afgekolfd is* |
Bij kamertemperatuur: Maximaal 2 uur
Koelkast: Maximaal 24 uur Niet opnieuw invriezen |
*Richtlijnen voor het afkolven van moedermelk onder zeer schone omstandigheden: Voordat moedermelk wordt afgekolfd, moeten moeders hun handen wassen met zeep en water of met een op alcohol gebaseerde handreiniger. Kolfonderdelen, flessen en de plek waar wordt afgekolfd moeten schoon zijn. Borsten en tepels hoeven voor het afkolven niet te worden gewassen.
I Wij bevelen aan een koelkast voor medisch gebruik met een controlefunctie voor een constante en gelijkmatige temperatuur te gebruiken.
Opmerking: Deze richtlijnen voor bewaren en ontdooien van moedermelk zijn aanbevelingen. Nationale en interne ziekenhuisrichtlijnen en -normen kunnen hiervan afwijken.
Richtlijnen voor het bewaren
Melk kan gedurende een korte periode veilig worden bewaard op kamertemperatuur. Studies zijn het niet eens over de exacte aanbevolen periode, maar in het algemeen geldt dat hogere temperaturen leiden tot meer bacteriën in afgekolfde melk. In een belangrijke studie is aangetoond dat de bacteriële groei, die voornamelijk beperkt bleef tot niet-pathogenen, bij 15 °C minimaal was en bij 25 °C gedurende de eerste vier tot acht uur laag bleef, maar snel toenam na vier uur bewaring bij 38 °C. De auteurs kwamen tot de conclusie dat melk bij 15 °C veilig was gedurende 24 uur en bij 25 °C gedurende vier uur. Dit betekent dat afgekolfde melk veilig worden bewaard gedurende ongeveer vier uur bij maximaal 26 °C. Bij lagere kamertemperaturen is het acceptabel om de melk tot zes uur in een schone omgeving te bewaren.
Door te koelen bij ongeveer 4 °C blijft de kwaliteit en werkzaamheid van moedermelk langer behouden dan wanneer deze bij kamertemperatuur wordt bewaard. Het is aangetoond dat koeling de groei van grampositieve bacteriën afremt tot maximaal drie dagen.
Invriezen van moedermelk bij -20 °C gedurende maximaal drie maanden werd voor de NICU als optimaal aanbevolen. Na drie maanden is het gehalte aan vitamine A, E en B, totaal eiwit, vet, enzymen, lactose, zink, immunoglobulines, lysozyme en lactoferrine nog steeds op peil, hoewel er na een maand verlies van vitamine C kan optreden. Groei van bacteriën vormt tot zes weken geen significant probleem. De antibacteriële capaciteit is over het algemeen echter lager dan bij verse melk door het verlies van levende cellen, zoals fagocyten. Invriezen gedurende maximaal 9 maanden bij < -20 °C zou aanvaardbaar zijn, hoewel er bij -80 °C veranderingen in smaak en geur kunnen optreden doordat lipase vet blijft afbreken tot vetzuren.
Na verwijderen uit de diepvriezer kan de melk worden ontdooid in de koelkast, in een container met warm water of onder stromend warm water. Moedermelk ontdooien met kokend water, in een magnetron of op het fornuis moet worden vermeden, aangezien te hoge temperaturen de antibacteriële en andere bioactieve eigenschappen van de melk kunnen aantasten. Het ontdooiproces is voltooid als de ingevroren melk vloeibaar is geworden, nog steeds koud is en er nog enkele ijskristallen aanwezig zijn. De aanwezigheid van ijskristallen is een zichtbare indicator dat de melk niet verder dan een bepaald punt is ontdooid. Ontdooide melk dient vervolgens onmiddellijk in de koelkast te worden geplaatst en mag niet meer dan enkele uren op kamertemperatuur worden gehouden om bacteriële groei te voorkomen. Bij opnieuw invriezen van melk na ontdooien in de koelkast blijft de veilige bacteriële belasting behouden. Het volledig tot kamertemperatuur ontdooien en opnieuw invriezen van melk wordt echter als onveilig beschouwd en wordt daarom afgeraden.
Boo, N.Y., Nordiah, A.J., Alfizah, H., Nor-Rohaini, A.H. & Lim, V.K. Contamination of breast milk obtained by manual expression and breast pumps in mothers of very low birthweight infants. J Hosp Infect 49, 274-281 (2001).
Novak, F.R., Da Silva, A.V., Hagler, A.N. & Figueiredo, A.M. Contamination of expressed human breast milk with an epidemic multiresistant Staphylococcus aureus clone. J Med Microbiol 49, 1109-1117 (2000).
Jeurink, P.V. et al. Human milk: A source of more life than we imagine. Benef Microbes 4, 17-30 (2013).
Cabrera-Rubio, R. et al. The human milk microbiome changes over lactation and is shaped by maternal weight and mode of delivery. Am J Clin Nutr 96, 544-551 (2012).
Goldblum, R. et al. Human milk Banking: I. Effects of container upon immunologic factors in mature milk. Nutr Res 1, 449-459 (1981).
Human Milk Banking Association of North America 2011 Best practice for expressing, storing and handling human milk in hospitals, homes, and child care settings (HMBANA, Fort Worth, 2011).
Eglash A, Simon L. ABM clinical protocol #8: human milk storage information for home use for full-term infants, Revised 2017. Breastfeed Med. 2017; 12
Hamosh, M., Ellis, L., Pollock, D., Henderson, T. & Hamosh, P. Breastfeeding and the working mother: Effect of time and temperature of short-term storage on proteolysis, lipolysis, and bacterial growth in milk. Pediatrics 97, 492-498 (1996).
Slutzah, M., Codipilly, C.N., Potak, D., Clark, R.M. & Schanler, R.J. Refrigerator storage of expressed human milk in the neonatal intensive care unit. J Pediatr 156, 26-28 (2010).
Martınez-Costa, C., Silvestre, M.D., Lopez, M.C. et al. Effects of refrigeration on the bactericidal activity of human milk: A preliminary study. J Pediatr GastroenterolNutr 2007;45:275–277.
Silvestre, D., Lopez, M.C., March, L. et al. Bactericidal activity of human milk: Stability during storage. Br J Biomed Sci 2006;63:59–62.
Ogundele, M.O. Effects of storage on the physicochemical and antibacterial properties of human milk. Br J Biomed Sci 2002;59:205–211.
Marin, M.L. et al. Cold storage of human milk: Effect on its bacterial composition. J Pediatr Gastroenterol Nutr 49, 343-348 (2009).
Takci, S. et al. Effects of freezing on the bactericidal activity of human milk. J Pediatr Gastroenterol Nutr 55, 146-149(2012).
Ahrabi AF et al. Effects of extended freezer storage on the integrity of human milk. J Pediatr. 2016; 177:140–143
Pardou, A., Serruys, E., Mascart-Lemone, F., Dramaix, M. & Vis, H.L. Human milk banking: influence of storage processes and of bacterial contamination on some milk constituents. Biol Neonate 65, 302-309 (1994).
Rechtman, D.J., Lee, M.L. & Berg, H. Effect of environmental conditions on unpasteurized donor human milk. Breastfeed Med 1, 24-26 (2006).