Uitdagingen met betrekking tot veiligheid en infectiecontrole van moedermelk in de NICU

Moedermelk die direct aan de borst wordt gegeven, bevat optimale voedings-, beschermende en bioactieve componenten. Als premature baby's niet aan de borst kunnen worden gevoed, staan de neonatale zorgverleners in de NICU voor de uitdaging om moedermelk te geven op een manier die rechtstreekse borstvoeding zo dicht mogelijk benadert, en waarbij de integriteit en veiligheid van afgekolfde melk behouden blijft.
Medela veiligheidsproblemen moedermelk

Door de complexe samenstelling van moedermelk en het ingewikkelde traject dat moet worden afgelegd om de melk klaar te maken voor voeding, moeten in de NICU de volgende drie zaken in acht worden genomen met betrekking tot veiligheid en infectiecontrole:

  • de bacteriële belasting van moedermelk
  • het risico dat de melk tijdens het afkolven en hanteren wordt blootgesteld aan pathogenen
  • risico's op verwisseling, en dus het geven van melk aan de verkeerde baby

Tot deze risicofactoren behoren mogelijk ook afname-, bewaar- en etiketteringspraktijken. Ondanks deze uitdagingen is het algemeen bekend dat de voordelen van het geven van moedermelk, vooral van melk van de eigen moeder, opwegen tegen de risico's die gepaard gaan met het bewaren van moedermelk.

Risicofactoren bij moedermelk

Verse moedermelk bevat bacteriën waarvan wordt verondersteld dat ze bijdragen aan de vitale programmering van het immuunsysteem van de baby. Er komen echter ook vaak pathogene bacteriën voor in moedermelk. Dit kan leiden tot omstandigheden waarin er voor het voeden van melk van de eigen moeder (own mother’s milk - OMM) een contra-indicatie geldt.

Bovendien kunnen er in het lichaam van de moeder geneesmiddelen en andere stoffen zoals alcohol en nicotine aanwezig zijn. Hoewel de lijst van geneesmiddelen die tijdens de borstvoeding gecontra-indiceerd zijn tamelijk kort is, moet elke moeder-kindsituatie afzonderlijk worden beoordeeld.

Risico's bij het omgaan met moedermelk

Moedermelk kan tijdens verschillende stappen in het melktraject besmet raken, zoals tijdens afkolf-, bewaar- en hanteringsprocessen. In de NICU kan zelfs de meest goedaardige flora negatieve gevolgen hebben voor de kwetsbare, immunodeficiënte baby. Daarom is het van cruciaal belang dat de ontstekingswerende eigenschappen tijdens de verwerking zo veel mogelijk behouden blijven en de introductie van pathogene organismen wordt voorkomen. Het bewaren van melk moet dus worden geoptimaliseerd voor wat betreft duur, temperatuur en etikettering.

Na het bewaren wordt de melk gewoonlijk ontdooid, opgewarmd en verrijkt. Elk proces kan de samenstelling van de melk beïnvloeden en de hygiëne ervan in gevaar brengen. Gebruik van een magnetron of heet of kokend water wordt niet aanbevolen omdat dit de ontstekingswerende eigenschappen van melk vernietigt. Bovendien is aangetoond dat magnetrons de moedermelk ongelijkmatig opwarmen, waardoor 'hot spots' worden gecreëerd die de temperatuurveiligheid van de melk kunnen verstoren en tot verbranding kunnen leiden.

Moedermelk, met name donormelk, wordt gepasteuriseerd om overdracht van pathogenen te voorkomen. Holder-pasteurisatie is een algemeen toegepaste warmtebehandeling met lage temperatuur gedurende een langere tijdsperiode (62,5 °C gedurende 30 min). Het is echter ook bekend dat behandeling met warmte leidt tot significant verlies van immunologische en anti-inflammatoire bestanddelen, probiotische bacteriën en witte bloedcellen in melk. Bovendien blijkt pasteurisatie een negatieve invloed te hebben op de resistentie van de melk tegen bacteriële groei.

Daarom zijn er verschillende behandelingsprotocollen en aanbevelingen voor gepasteuriseerde en niet-gepasteuriseerde melk. Professionele zorgverleners in de NICU moeten zich ervan bewust zijn dat ze voorzichtiger moeten zijn met gepasteuriseerde melk, vooral wat bewaaromstandigheden betreft, om bacteriële groei onder controle te houden.

Literatuur

1 Jeurink,P.V. et al. Human milk: A source of more life than we imagine. Benef Microbes 4, 17-30 (2013).

2 Human Milk Banking Association of North America 2011 Best practice for expressing, storing and handling human milk in hospitals, homes, and child care settings (HMBANA, Fort Worth, 2011).

3 Novak, F.R., Da Silva, A.V., Hagler, A.N., & Figueiredo, A.M. Contamination of expressed human breast milk with an epidemic multiresistant Staphylococcus aureus clone. J Med Microbiol 49, 1109-1117 (2000).

4 Eidelman,A.I. & Szilagyi,G. Patterns of bacterial colonization of human milk. Obstet Gynecol 53, 550-552 (1979).

5 Carroll, L., Osman, M., Davies, D.P., & McNeish, A.S. Bacteriological criteria for feeding raw breast-milk to babies on neonatal units. Lancet 2, 732-733 (1979).

6 Perez,P.F. et al. Bacterial imprinting of the neonatal immune system: Lessons from maternal cells? Pediatrics 119, e724-e732 (2007).

7 Quan,R. et al. Effects of microwave radiation on anti-infective factors in human milk. Pediatrics 89, 667-669 (1992).

8 Sigman, M., Burke, K.I., Swarner, O.W., & Shavlik,G.W. Effects of microwaving human milk: Changes in IgA content and bacterial count. J Am Diet Assoc 89, 690-692 (1989).

9 Christen, L., Lai, C.T., Hartmann, B., Hartmann, P.E., & Geddes, D.T. The effect of UV-C pasteurization on bacteriostatic properties and immunological proteins of donor human milk. PLoS One 8, e85867 (2013).